Poezenweetjes

 

 

Dit is een deel uit hoofdstuk 15 vaan het boek "Spinnende Bengeltjes".

Het geven van een pil en kunstmatige ademhaling die ook in dat hoofdstuk staan vind je verder in de rubriek "Katten weetjes".

 

 

With the qualities of cleanliness, affection, patience, dignity,

and courage that cats have, how many of us, I ask you,

         would be capable of  becoming cats?

 

                            (Fernand Mery)

 

 Verzorging

 

Heel veel TLC (Touch-Loving-Care) geven. Heel veel met je katje knuffelen en spelen, heel veel liefde geven, dat is de beste garantie voor een gezond, gelukkig leven. Stress is funest. Het veroorzaakt een verzwakt immuunsysteem, waardoor ziektes een kans krijgen toe te slaan. Probeer te ontdekken wat de kat fijn vindt.

 

Pudje vindt het vooral heerlijk onder zijn kinnetje gestreken te worden. Daar kan hij zelf niet bij. Hij komt er echt om vragen. Catje rolt regelmatig op haar ruggetje en wil over haar buikje gestreeld worden. Maar ze wil absoluut niet op schoot. Chummeke ook niet, maar hij komt vaak streeltjes halen. Mickje wil dan weer vooral over haar ruggetje en hoofdje gestreeld worden. Daimke ligt heel vaak op haar ruggetje in mijn armen en wil ook over haar buikje gestreeld worden. Donsje vindt het heerlijk over haar hoofdje gestreken te worden. Zo leuk dat ze allemaal verschillend geknuffeld willen worden.

 

Dieren denken in beelden en dat niet alleen, ze doorvoelen die beelden ook. Ze ruiken en horen ze. Dat zegt professor Temple Grandin uit Amerika. Dieren praten met elkaar vooral via gedachtenoverbrenging en lichaamstaal. Mensen kunnen zowel in beelden als in woorden denken. Als je met je katje praat, probeer er dan altijd een beeld bij te denken. Zij vangt je gedachten op. Probeer haar gedachten ook op te vangen. Na een tijdje lukt dat echt. Praten is zo belangrijk. Mijn pluisjes verstaan echt alles. Hoe meer je met ze praat, hoe meer ze zullen begrijpen en hoe sterker de band wordt. We miauwen veel met elkaar. Gelukkig denk ik altijd in beelden.

 

 

 

Aan de riem leren lopen

 

Sommige katten vinden het heerlijk, anderen willen het absoluut niet. Donsje, Catje en Daimke genieten ervan. Pudje, Mickje en Chummeke vinden het vreselijk. Als je katje het niet leuk vindt, moet je het natuurlijk niet doen.

 

Het beste is haar eerst in huis het tuigje om te doen. Begin met een half uurtje, dan langer. Als dat goed gaat, maak je een riempje aan het tuigje vast, dat je gewoon laat slepen. Let wel op dat het nergens achter raakt. Ze zou schrikken als er een stoel omvalt. Dan leer je haar lopen, terwijl je de riem vasthoudt. Nooit trekken natuurlijk, alleen de riem strak houden als ze de verkeerde kant op gaat en slap laten hangen als ze meeloopt. En heel veel belonen. Een stukje kipwit of een kattensnoepje voor haar neus doet wonderen. Katten leren supersnel, maar ze moeten wel leuk vinden wat je ze wil leren. Je moet altijd bij de kat in de buurt blijven als ze het tuigje om heeft en ook mag je de kat nooit zonder toezicht buiten vastzetten. Ze kan schrikken en verstrengeld raken in de riem of er kan een hond komen. Als Pudje op het perkje zit, let ik altijd erg goed op.

 

Als ze dit allemaal goed doet, kun je haar meenemen naar een rustige plaats. Een parkje bijvoorbeeld, waar geen verkeer is. Een kangoeroetas is een makkelijke manier om haar te dragen. Maar ook dat moet ze eerst leren. Ze moet altijd een tuigje met een riem om, als ze meegaat in de kangoeroetas. Ze kan schrikken en eruit springen. Haar meenemen in een bench is veiliger. Er zijn katten die echt van de wandelingen genieten. En buitenlucht, vooral zonlicht is zo heerlijk. Ik vind de uitrollijnen het handigst. Ik bind die aan mijn broekriem vast, zodat ik mijn handen vrij heb en ik de lijn nooit uit mijn handen kan laten glippen, zelfs niet als ik val.

 

Ik geniet intens van de wandelingen met de pluisjes door de tuin. Zij wijzen me op dingen, die me anders waarschijnlijk zouden ontgaan. Een muisje dat wegspringt. Een vogeltje op een tak. Een torretje. Een vreemd geluid. Ik visualiseer mezelf op hun hoogte en ervaar de wereld door hun oogjes, oren en neus. Ik probeer te voelen wat zij voelen. Ongelooflijk hoe rijk de natuur is. Wat zij me leren is meer waard dan welk duur boek over de natuur ook. De mooiste les is dat ze leven in het ‘hier en nu’ en niet piekeren over wat geweest is of wat nog komt. Alleen ‘nu’ telt en dat is natuurlijk ook zo. Wandelen met je katje of met je hond is de beste manier om tot rust te komen.

 

Borstelen, zeker in de ruitijd, is ook belangrijk. Anders likt je katje de haren naar binnen en kan zij haarballen krijgen. Er is aparte voeding te krijgen tegen haarballen en er bestaat ook pasta, die de haarballen doet verdwijnen. Geef haar regelmatig een bakje kattengras. Dat kun je in de dierenwinkel kopen. Zij zal het gras eten om over te geven, zodat de haarballen er uit komen. Ververs het gras vaak. Als het te oud wordt en zaad vormt, kunnen de grasjes in haar keeltje blijven steken. Soms is dan een operatie nodig om ze te verwijderen. Er mag geen zaad gevormd worden. 

 

Tandenpoetsen met speciale tandpasta helpt tegen tandsteen. Maar het is een heel werk en niet alle katten vinden het leuk. Brokjes zijn veel beter voor het gebit dan blikvoer. Er zijn nu speciale ‘tandenbrokjes’ te krijgen, die de tanden tijdens het kauwen schoonmaken. Goede voeding zorgt voor een evenwichtig milieu in de mond, waardoor tandsteen geen kans krijgt. Kauwen is heel belangrijk.

 

Vlooien zijn een ware plaag. Ze veroorzaken niet alleen veel jeuk en ongemak, maar kunnen ook lintwormen geven. Sommige katten zijn allergisch voor vlooienbeten en kunnen zich na één beet al kapot krabben. Je kunt dat voorkomen door iedere maand een pipetje Frontline hoog in hun nekje leeg te knijpen. Duw  de haren weg en doe de druppeltjes op de huid. Goed hoog in hun halsje, zodat ze het er niet af kunnen likken. Frontline werkt tegen vlooien en teken. Vooral als de katten buiten komen is dat een voordeel, want teken kunnen de ziekte van Lyme veroorzaken. Er zijn andere goede antivlooienmiddelen zoals Program of Advantage, maar die werken niet tegen teken. Natuurlijk moet je ook de dekentjes en kussens regelmatig wassen en veel stofzuigen.

 

Het is het beste twee keer per jaar te ontwormen. Kittentjes moeten veel meer ontwormd worden. Omdat ze nog klein zijn, zijn ze erg gevoelig. Het is beter het ontwormingsmiddel bij de dierenarts te halen, dan in een winkel. Hij kan je dan ook een ontwormingsschema geven. Als de katten buitenlopen is Drontal het beste middel, omdat dat ook tegen lintwormen werkt. Lintwormen kunnen overgebracht worden door muizen en vlooien. Er zijn ook pasta’s te krijgen, maar die werken niet tegen lintwormen.

 

Tegenwoordig raden dierenartsen aan om niet-loslopende katten slechts om de twee jaar te vaccineren tegen kattenziekte. Mijn zestal is het daar volledig mee eens! Tegen niesziekte moet voorlopig nog wel ieder jaar gevaccineerd worden. Denk nooit: mijn katje komt niet buiten, dus ik hoef niet in te enten. Dat is onzin! Mensen kunnen immers de besmetting van de straat mee naar binnen brengen. Vaccineren moet echt! Maar teveel is ook niet goed.

 

Kantelramen zijn erg gevaarlijk.

Zet ze nooit open als je niet in de kamer bent en zeker niet als je niet thuis bent. De kat kan er met haar kopje tussenglijden en stikken of naar buiten vallen. Zorg altijd dat er stevige horren voor de ramen zitten. Ik heb, behalve horren, ook nog gewoon gaas tegen de ramen gedaan. Dat is tenminste stevig als ze er tegenop klimmen. Laat je katje nooit op het balkon, als dat niet goed is afgezet met gaas. In Amerika hebben ze een naam voor katten, die van grote hoogte naar beneden gevallen zijn: ‘Flying cat syndrome’. Zó vaak komt het voor! Het katje kijkt naar een vogeltje of een vlindertje en verliest haar evenwicht. Een kat komt meestal wel op haar pootjes terecht, maar als zij van te grote hoogte valt, is de schok zo groot dat zij een kaakfractuur heeft of andere inwendige kwetsuren. Vaak hebben ze, na zo’n val-op-hun-pootjes-van-grote-hoogte, ook één of meer verbrijzelde pootjes. Veel katten overleven een val van grote hoogte niet. Pas er voor op!

 

Insecticiden zijn natuurlijk erg gevaarlijk. Met name onkruidverdelgers tegen grassen tussen het grind of de stenen. Daar gebeuren veel ongelukken mee en het is zo onnodig. Wij spuiten een paar keer per jaar een sterke zoutoplossing op het onkruid en het verdort volledig. Zout kost bijna niets. Het wordt immers met grote  hoeveelheden in de winter op de wegen gestrooid en werkt echt.

 

Nog gevaarlijker zijn chemische slakkenkorrels. Die zijn meestal heel giftig. Er zijn nieuwe slakkenkorrels op de markt, die zogenaamd onaantrekkelijk voor honden en katten zouden zijn. Maar in de universiteit in Utrecht zijn er kortgeleden meer dan 16 dieren binnengebracht met vergiftigingsverschijnselen. Die slakkenkorrels bevatten metaldehyde, een levensgevaarlijk vergif voor honden en katten. Dat de korrels niet lekker smaken is zeker niet waar. Ze hebben ze wel degelijk opgegeten.

 

Zelfs als de katten de korrels niet zelf opeten, kunnen ze het gif toch nog binnenkrijgen. Vogels eten immers slakken of pikken zelf die korrels op. Muizen eten ze misschien ook wel. Een kat vangt wel eens een vogeltje of een muisje. Bovendien zakt het gif in de grond en is slecht voor het milieu. Er zijn nu korrels op basis van ijzer te krijgen, waardoor de slakken echt verdwijnen. Die zijn niet giftig. Ze zijn onder anderen te bestellen bij firma Brinkman. Het adres staat in de adressenlijst achterin dit boek. 

 

Verstopping: bij verstopping kun je het beste wat plantaardige olie geven. Een paar druppels over het eten. Maïsolie, olijfolie, enz. Tafelolie heeft iedereen in huis en kan zonder gevaar gegeven worden. Niet meer dan een paar druppels natuurlijk.

Wat ook goed kan werken is een thermometer in wat olie dompelen en die anaal inbrengen. Vaak is dat voldoende om een kleine verstopping te verhelpen.

Op aanraden van Dr. Liliane geef ik Pudje, Donsje en Mickje, die soms last van constipatie hebben, een beetje verdunde koffiemelk. Veel katten verdragen geen koemelk, maar koffiemelk wordt soms wel verdragen en het laxeert. Het voordeel is ook dat ze dan goed drinken. Katalax, dat te verkrijgen is bij de dierenarts, werkt ook goed.

 

Als drinken is gewoon water het beste. Ververs het vaak. Ik geef mijn pluisjes altijd gefilterd water, dat drink ik zelf ook. Leidingwater smaakt naar chloor en ze drinken het niet graag.

 

Als kittens diarree hebben, moet je onmiddellijk naar de dierenarts. Ze drogen heel snel uit en dat is erg gevaarlijk. Bij een oudere kat kun je het even aanzien. Laat haar een dag vasten en geef alleen wat Biogarde yoghurt. Je kunt ook Isogel of darmreiniger over het eten doen. De ontlasting wordt dan wel wat vaster maar Isogel geneest niet. Ook kun je een mespuntje ‘goede’ darmbacteriën geven, die ook in de Biogarde yoghurt zitten, bijvoorbeeld Simfidus capsules. Die kun je in de apotheek kopen. Dit moet wel samen gegeven worden met voedsel, want darmbacteriën hebben suikers nodig om zich te vermeerderen. Ik geef trouwens dagelijks yoghurt aan mijn pluisjes. Ze zijn er dol op, vooral als er een beetje honing in zit. Dr. Richard Allport, homeopathisch dierenarts, die regelmatig stukjes schrijft in Catworld, raadt Slippery Elm aan bij diarree en chronische darmproblemen. Gember kalmeert de darmen.

 

Te dik zijn is voor niemand goed. Vooral katten die binnen wonen zijn gauw meer dan ‘volslank’. Als je de ribbetjes niet meer kunt voelen, moet je ze op regime zetten. Maar laat ze heel langzaam wat afvallen. In tegenstelling tot hondjes die wel snel mogen vermageren is dat voor katten levensgevaarlijk. Ze kunnen er het Fat Liver Syndrome (leververvetting) van krijgen, dat is dodelijk. Als de kat echt moet afslanken, doe het in overleg met de dierenarts en geef speciale ‘magere’ brokjes. (Light brokjes)

 

Als een kat ziek is en gedurende langere tijd niet of erg weinig eet, kun je haar enkele malen per dag een sterk aftreksel van groene thee geven om leververvetting te voorkomen. Druppel met een pipetje een beetje in de wangzak en wacht tot je haar ziet slikken. Geef ze altijd lauw warm eten. Dat vindt ze het lekkerst en het ruikt ook veel meer dan koud voedsel. Als ze niet wil eten, dan helpt het soms het eten even op te warmen. Ruiken is zo belangrijk voor een kat. Daarom eten ze vaak niet als ze een verstopte neus hebben.

 

Katten geven makkelijk over, maar als ze blijven overgeven moet je oppassen. Het kan een verstopping van het maagdarmkanaal zijn door een zogenaamd vreemd voorwerp: een elastiekje, een knoop, knikkertje, steentje enz. Draadjes en touwtjes zijn ook gevaarlijk. Het kan een haarbal zijn die vastzit of ze kunnen ziek zijn.  Ga dus naar de dierenarts. Soms eten katten zo snel dat ze het gelijk weer overgeven. Vooral Siameesjes zijn daar sterk in. Pudje schrokt ook zo. Ik gooi de brokjes nu met een wijde boog de kamer in, zodat hij brokje voor brokje moet gaan opzoeken. Dat helpt en Mickje heeft tijd om rustig haar bakje leeg te eten. Pudje vindt het een enig spelletje.

 

Elastiekjes zijn levensgevaarlijk. Katten spelen er zo graag mee, ze bewegen en schijnen lekker te smaken. Donsje is er dol op. God zij dank heb ik kunnen voorkomen dat ze er ooit een op at. Twee keer was er met de post toch een elastiekje op kantoor gelegd en beide keren moest ik het uit Donsjes mondje halen.  Nu hangt er een grote brief in de keuken: Geen elastiek in huis! Elastiekjes rollen zich namelijk op, als ze opgegeten worden. Onder invloed van het maagzuur wordt elastiek bovendien keihard. Het kan dan, als een vlijmscherpe dolkpunt, de maag of darmwand perforeren. Ook kan het vastgroeien. Als je ziet of denkt dat je kat een elastiekje opgegeten heeft, ga direct met haar naar de dierenarts. Een operatie is bijna altijd noodzakelijk. Röntgenfoto’s laten maken heeft geen zin, elastiek is daar niet op te zien. Het griezelige is dat je niet altijd ziet dat je katje een elastiekje opgegeten heeft. Zorg dus dat er geen in huis zijn.  Elastiek maakt ziek!

 

Als je ziet dat een kat een vreemd voorwerp heeft opgegeten, kun je haar laten braken door een theelepeltje keukenzout achter op haar tong te strooien. Maar dat mag je alleen doen als het om een voorwerp gaat en het pas gebeurd is. Als je denkt dat je katje vergif heeft gegeten mag je nooit laten overgeven, omdat het vergif dan weer terug de slokdarm door moet en die daardoor levensgevaarlijk beschadigd kan worden.

 

Laat katten nooit met watten spelen. Doordat een kattentong voorzien is van weerhaakjes kunnen ze een stukje wat of een wattenrondje niet meer uitspugen als ze eraan gelikt hebben. Ze kunnen er dan in stikken. Hetzelfde geldt voor wollen draadjes, sommige touwtjes en stukjes wol of gebreide stof. Je kunt stellen dat alles wat aan klittenband blijft hangen ook aan een kattentong vast blijft zitten. Jammer, want een bolletje wol vindt iedere kat leuk. Als je ziet dat ze een draadje heeft ingeslikt en er komt nog een stukje uit haar mondje, dan mag je het wel vasthouden, zodat het niet verder naar binnen kan gaan, maar je mag nooit  hard trekken. Het kan al ergens binnenin vast zitten. Dat geldt zeker voor een draadje dat gedeeltelijk met de ontlasting meekomt. Ga direct naar de dierenarts en probeer het er niet zelf uit te trekken als het vastzit.

 

De temperatuur bij een kat is normaal rond de 38.5 graden Celsius. Onder­temperatuur is levensbedreigend. Leg haar direct in een dekentje met daaronder een rubberkruikje van ongeveer 40 graden Celsius en bel de dierenarts.

 

Katten zijn erg gevoelig. Medicijnen die voor mensen absoluut onschadelijk zijn, kunnen dodelijk zijn voor de kat. Geef nooit een geneesmiddel zonder even met de dierenarts te overleggen.

 

Katten nooit aspirine geven. Een katten­lever heeft vier dagen nodig om een kwart pille­tje uit de bloed­baan te verwijderen. Meer dan dat kan tot vergiftiging leiden en zelfs dodelijk zijn.

 

Geef ook nooit chocolade. Daar zit een stof in, theobromine, die giftig is voor honden en katten. Hun lichaam kan die niet afbreken.

 

Ook schadelijk zijn: paraceta­mol, antivriesmiddel (dat smaakt zoet), uitlaatgassen, (bijvoorbeeld koolmo­noxide in garages) enz. En dan natuurlijk rattengif. (Honden zullen dat eerder eten in verband met de zoete smaak). Een kat die een vergiftigde muis opeet, krijgt meestal te weinig vergif binnen om een bloeding te krijgen, maar het kan wel! Als zij uit haar neusje bloedt, geef dan direct, al vóór je naar de dierenarts gaat, vitamine K (dat bevordert de bloedstolling.)

 

En als we het dan toch over gevaren hebben. Er stond net een groot artikel in de Gazet van Antwerpen dat passief roken voor huiskatten zeer gevaarlijk is. Ze lopen het risico zware gezondheidsproblemen te krijgen, als ze mee moeten roken met hun mensen. Een reden temeer misschien om te stoppen?

 

Nooit rauw varkensvlees geven of vleeswaren bereid met var­kensvlees. Katten kunnen er een dodelijke ziekte van krijgen. Rauw kippenvlees is ook gevaarlijk. Sommige dierenartsen raden wel rauw vlees aan. Je moet dan wel goed rauw vlees kopen. Er zijn nu kattenvoerfabrikanten die het leveren. Dan is het wel gecontroleerd.

 

Vet is absoluut noodzakelijk voor de kat, maar je mag nooit gebruikt bakvet geven, dat is giftig voor katten. Pas op met onverzadigde (dierlijke) vetten,  teveel daarvan kan leverproblemen veroorzaken. Veel lever eten kan een teveel aan vitamine A veroorzaken en is dus gevaarlijk. Niet meer dan twee eetle­pels per week geven.

 

Een wespensteek rond de keelstreek of in de mond kan levensbedreigend zijn. Apis Mellifica, een homeopathisch geneesmiddel, zal de zwelling direct doen afnemen. Geef dit alvorens naar de dierenarts te gaan. Los drie korreltjes op in een beetje gekookt water en laat dit, met behulp van een spuitje in de wangzak lopen.

 

Urine opvangen: Sommige katten willen geen lege kattenbak gebruiken. Koop bij de dierenwinkel een zakje aquariumsteentjes, spoel die goed af en laat ze drogen, zodat er geen restjes stof aan zitten die de urine-uitslag kunnen verstoren. Doe die steentjes in de lege bak. De steentjes absorberen niet, dus je kunt nadien makkelijk de urine uit bak gieten of opzuigen met een spuitje en in een flesje doen. Sommige dierenartsen verkopen ook zakjes niet-absorberende gritsteentjes speciaal voor dit doel. Een lepel eronder houden als ze plast gaat ook.

 

Toxoplasmose

 

Het is zo erg dat er nog mensen zijn die, uit angst voor toxoplasmose, hun katje wegdoen als ze in verwachting zijn. Dat hoeft absoluut niet. Het is wel waar dat toxoplasmose gevaarlijk is voor de ongeboren vrucht, als de moeder niet immuun is tegen die ziekte. Veel mensen hebben de ziekte echter al een keer doorgemaakt. Je kunt dat laten testen. Je kunt slechts éénmaal in je leven toxoplasmose krijgen. De toxoplasmoseparasiet is een ééncellig organisme. De besmetting geschiedt in de eerste plaats door het eten van niet genoeg doorbakken of rauw vlees. Ook door slecht gewassen groenten en via besmette grond kan de ziekte overgebracht worden.

 

De ziekte kán ook veroorzaakt worden door kattenontlasting, maar die moet dan wel ouder dan twee dagen zijn. Als je iedere dag de kattenbak goed schoonmaakt is er geen probleem. Katten scheiden in principe slechts eenmaal in hun leven de oöcysten uit en dat niet langer dan twee tot drie weken. Daarna zijn ze immuun. Inderdaad kan een aanstaande moeder beter een ander persoon de kattenbakken laten schoonmaken of handschoenen aan doen, maar dat is dan ook echt het enige wat ze hoeft te doen om het gevaar te voorkomen. Verse ontlasting kan immers geen toxoplasmose veroorzaken. Katten zijn erg schoon en likken elk spoortje van ontlasting in hun vacht direct weg. Er is niets mooiers dan kindjes die met dieren opgroeien.

 

 

In ‘Wonderen Op Pootjes’ heb ik een lijst van giftige planten voor katten opgenomen. Hieronder zet ik nog even de ongevaarlijke planten. Ik heb in rechtopgezette rioolbuizen en twee grote plantenbakken kattentuintjes aangelegd. Mijn pluisjes genieten er zo van. Er staat in:

 

Purpersalie

Curry

Estragon

Tijm

Munt

 

Dat zijn planten die niet bloeien, zodat er ook geen wespen en bijen door aangetrokken worden. Dat is het probleem met Kattekruid (Nepeta) en Lavendel, dat ze veel lekkerder vinden, maar dat uitbundig bloeit. Als je het kort knipt net vóór het bloeit, kan je het wel planten. Calamintha Nepeta vinden wij het heerlijkste. Het ruikt naar munt en bloeit veel later in het jaar. De poezenkindjes rollen erin en ruiken daarna zalig naar munt. Enig om te zien.

 

Ook ongevaarlijk zijn:

Akkermunt

Bergamotplant

Citroenmelisse

Hesperis

Hondsdraf

Kattengras, in elke dierenwinkel te krijgen. Wel op tijd verversen.

Moederkruid

Gewone teunisbloem

Grote wilde tijm

Echte tijm

Valeriaan

 

Ze was het mooiste als ze op het bed naar buiten zat te kijken. Haar rechtopstaande oren, met lichte witte franje die op zilver leek, bewogen naar voren, naar achteren, luisterend, spiedend.

Haar gezicht na iedere nieuwe indruk licht gedraaid, alert…Haar staart bewoog in een andere dimensie, alsof het puntje berichten ontving die haar andere organen niet konden ontvangen. Vederlicht zat ze daar, kijkend, luisterend, voelend, ruikend, ademend, terwijl alles aan haar, vacht, snorharen, oren – alles – fijnzinnig trilde. Als een vis de beweging van het water vormgeeft, dan is een kat het patroon van subtiele luchtbeweging.

 

         (Doris Lessing schrijfster)