Tommeke Regenboogbrug

Maart 2002 ongeveer -13 mei 2018

 

Lieve, lieve Tommeke, wat mis ik je! Het is zoals Clouseau zo mooi zingt: ‘Ik blijf nu hier, jij gaat naar daar. En daar is niet zover van hier.’ Ik voel je hier naast me in de stoel liggen. Je bent bij me! Maar ik kan je alleen in gedachten knuffelen en dat maakt het zo moeilijk.

Ja, het was een prachtige dag toen ik je voor het eerst in de tuin zag.
Op een avond, het was bijna donker zag ik twee felgroene lichtpuntjes uit het donkere bos oplichten, lichtjes die me recht aankeken en zich in mijn hart nestelden.
Ik kreeg een groot geluksgevoel. Het duurde even voor ik je bij daglicht zag, je was zo bang, zo mager en je prachtige vacht was een en al klit.
Maar wat was je trots en mooi! Ik was zo verliefd op je en dat is altijd zo gebleven.
We hadden zo’n unieke band. Heel langzaam won ik jouw vertrouwen.
Het duurde wel een jaar voor ik je mocht aanraken. Dat was een heerlijk moment.
Wat was ik gelukkig! Daarna ging het vlug. Je vertrouwde me. Dat was het mooiste cadeau dat je me kon geven.
De pluisjes vonden je ook erg lief en vooral Mickje en Chummeke werden je maatjes.
Jij buiten in de tuin, zij in de ren, zo ontstond een sterke vriendschapsband. Vooral met Mickje.

Overal in de tuin volgde je me. Eerst verstopt in de struiken maar ik wist natuurlijk dat je er was en later dicht bij ons.
Zo gezellig was dat. Ik was ook zo blij dat je heerlijk warm en droog in het kleine huisje woonde en nu goed eten kreeg.
Je vachtje glansde. Het was heerlijk toen ik je kon gaan borstelen. Je werd nog mooier dan je al was.
Zelfs de verhuizing en het feit dat je niet meer vrij kon rondlopen maar een mooie poezentuin kreeg, accepteerde je direct.
Zo gauw je wat gewend was koos je de living als jouw kamer en lag je iedere avond naast me in je eigen heerlijke stoel.
De lambrisering werd ook een geliefde plaats voor je.
Ik genoot er zo van je hoofdje daar te zien en soms – zo grappig was dat – liet je je staart door de opening zakken.
Zo komisch. Daar lag je hoog, warm en veilig en je zag alles.
 
Ja, Mickje en jij waren echt dikke maatjes. Het was zo leuk jullie samen te zien.
Soms gezellig naast elkaar in de tuin of - als het koud was - binnen op het rooster van de verwarming.
Wat misten we haar toen ze een paar maanden geleden naar de Regenboogbrug moest gaan!
Jij was ook zo verdrietig! En nu... nu ben je bij haar. En bij Donsje en Chummeke.
Maar oh, lieve lieve Tom, wat mis ik je! ‘En ik weet, ik zou dankbaar moeten zijn, maar precies daarom doet het zo’n pijn!’ zingt Clouseau.
Dat is zo waar!

 

Omdat Jurre en Guuske het leuk vonden je wat te plagen en jij veel pijn had door de artrose, ondanks de Glucosamine, was je terecht bang voor de 2x 8 kilo op je rug als ze je spelend aanvielen. Je rende dan weg wat ze natuurlijk nog spannender vonden. Dus ik zorgde dat ze op bepaalde tijden niet in de living en tuin waren, bijvoorbeeld wanneer ik kookte of in de cabine lag en ‘s nachts.. Ik zei dan tegen je: ‘Tommeke het is OK, kom maar’, waarop je terug miauwde en blij naar beneden kwam, je lag overdag heel veel op de lambrisering. Dan ging je even de tuin in je ding doen, in de zon liggen of wat je ook maar wilde. Maar eerst gingen we dan knuffelen en gaf ik je eten. Us-time noemden we dat. Trouwens ik hoefde het niet te zeggen. Als ik in beelden aan je dacht en zei dat het OK was wist je het nog eerder. Telepathie! Je had met Jurreke en Guuske trouwens afgesproken dat ze je met rust zouden laten als je op de lambrisering lag, op de klimpaal of op jouw stoel. Daar hielden ze zich keurig aan. Net als bij Donsje, toen ze zo moe en ziek was, waren de jongens de laatste weken zo lief voor je. Guuske gaf je soms een ‘neusje’, als jullie naast me op de tafel zaten. Daar ben ik zo blij om.

Ik vond het altijd zo lief dat je nooit ging eten zonder me eerst te bedanken met een ‘silent’ miauwtje en altijd wilde dat ik bij je bleef als je at. Ja, onze band is zo sterk. Is… want die blijft nu ook. Ook al ben je nu op de Regenboogbrug. Je bent nu vrij van je lichaampje en kunt altijd en overal bij ons zijn. Je zult alles weten en zien en ons beschermen.

Moederdag! Heel lang geleden, op Moederdag werd Chummeke geboren. 13 mei! En nu zoveel jaar later moest jij op die dag naar de Regenboogbrug gaan. Beiden zijn jullie gestorven door hartfalen. Een boodschap van Chummeke dat hij je is komen halen en nu bij je is. Zo voelt dat voor mij. Ik heb hem gevraagd je op te vangen, net zoals ik dat aan Mickje en Donsje gevraagd heb. In gedachten zie ik jullie spelen en over ons praten.

‘s Morgens zat je me altijd op te wachten op de tafel in de living. Als eerste ging ik altijd naar jou toe. Ik borstelde je prachtige vacht dan tot hij mooi glanzend en donzig was. Ik gaf je eten en we knuffelden een tijdje. Maar zondagmorgen de 13de mei was je er niet. ‘Misschien ben je even in de tuin’ dacht ik, dat was wel eens een  enkele keer het geval. Maar waarom had ik het ineens zo koud? Ik keek naar buiten maar zag je niet. Gauw pakte ik de telefoon en liep de tuin in. Toen zag ik je languit op het gras liggen achter Donsjes boom. Wat schrok ik! Ik rende naar je toe. Je was zo benauwd. ‘Miauw’ mama,  ben zo blij dat je er bent! Oh, help me, ik heb geen lucht! Ik heb op je gewacht! Mieuwww!’ Je kon nauwelijks praten. Ik nam je in mijn armen. Je werd iets rustiger maar als je geen lucht hebt…Gauw belde ik Liliane. Ze was er gelukkig. Zo snel ik kon reden we naar haar toe. Ik vond het vreselijk je dat aan te doen, maar het was onze enige kans. Ze stond al klaar. Maar ondanks de vocht afdrijvende medicijnen, cortisone en nog andere spuiten die ze je direct gaf, kon ze ook niets meer voor je doen. Je keek me nog even aan, miauwde zachtjes en legde je hoofdje op mijn hand. Net zoals Chummeke dat deed toen zijn hartje stopte, al was hij niet benauwd.

Ik hoef je niet te vertellen hoe wij je missen. Elke seconde van de dag en nacht. Wij allemaal zoeken je nog steeds en kijken elkaar dan aan… Tommeke?

Weet je nog, in Brasschaat toen ik zo last van darmproblemen had? Als ik heel veel pijn had hoefde ik maar aan je te denken en ik zag je ergens in het bos zitten. Met je prachtige felgroene ogen keek je me dan aan.  ‘Mama, je hebt pijn, ik voel het maar het zal overgaan! Echt waar! Heb vertrouwen! Ik ben bij je!’ Ik voelde de pijn dan fel verminderen. Je had en hebt  helende krachten. Ik voel je ook zo sterk om me heen. Je bent niet weg, je bent even ergens anders en later zien we elkaar allemaal weer. Daar hou ik me aan vast. In gedachten zie ik je met Mickje spelen zoals je hier deed, op de prachtige Regenboogbrug waar het altijd mooi weer is. Ook de anderen zijn bij je, Donsje en Chummeke die ook erg van je houden.

Ik stel me voor hoe je ze vertelt over het vele kattenkruid dat ik net voor jou en de jongens en mezelf natuurlijk, geplant had. Balouke vindt het trouwens ook heerlijk om er in te liggen. Zaterdagmiddag zag ik je midden in de poezentuin voor het trapje zitten kijken naar de mooie jonge, al bloeiende plantjes. Je  keek me aan en miauwde zo blij: ‘Mooi hè, mama, heb je dat voor mij gedaan?’ ‘Tuurlijk lieve Tommeke, kun je er heerlijk in liggen dadelijk als ze nog wat groter zijn!’ ‘Prrrr, het ruikt zo lekker!’, spinde je blij. Die herinnering wil ik vasthouden! Zaterdagmiddag hebben nog zo leuk met het hengeltje gespeeld. Hoe vlug kan het gaan! Ik heb er ook een leuk filmpje van. Elke dag moet je koesteren als alles nog goed is! Echt weer een les.

Lieve Tommeke, Je bent nu weer gezond en jong en speelt en rent in de zon. Er zijn daar heel veel vogeltjes, prachtige bloemen, volop muisjes en als ik ’s avonds naar de sterren kijk dan zie ik nóg een heel heldere ster extra schitteren en dat ben jij!

Wat heerlijk hè, de band die we hebben. Ongelooflijk mooi en die blijft altijd bestaan. Je bent nu mijn beschermengeltje net zoals de anderen dat zijn. En ze zijn bij je.  Die gedachte troost ook. En de mooie gedichten over de Regenboogbrug uit ‘Spinnende Wondertjes’. Eigenlijk is dat jouw boek. Heb er over gedacht het ‘Tom’s boek’ te noemen, maar dat zouden de anderen niet leuk gevonden hebben waarschijnlijk. Het is ook hun boek,  maar jij lag altijd naast me toen we het schreven en ik praatte veel met je erover. Net als met Mickje. Ik schreef ons boek ook om anderen te helpen met hun verdriet als hun dierenkindje naar de Regenboogbrug moest gaan. En nu helpt het boek mij zó om jouw overgang te verwerken. Ben erg blij dat het er is met al jouw mooie foto’s en verhalen.

Kom je gauw even vertellen hoe het met je gaat? Maar je moet eerst rusten. Ik voel je toch wel heel dicht bij.

Weet dat ik dag en nacht aan je denk, lieve lieve Tommeke.  Zo zo veel liefs van je mama die je zo mist en van Balouke, Jurreke en Guuske en zoveel dank voor alle mooie jaren die we met je  mochten hebben.  I love you! Prrrr!  

 

 

 

  The Feline Spirit

And God asked the feline spirit,
‘Are you ready to come home?’
‘Oh, yes, quite so,’ replied the precious soul,
‘and, as a cat, you know I am most able
To decide anything for myself.’

‘Are you coming than?’ asked God.
‘Soon’, replied the whiskered angel.
‘But I must come slowly,
for my human friends are troubled.
For you see, they need me, quite certainly.’

‘But don’t they understand,’ asked God,
‘that you will never leave them?
That your souls are intertwined for all eternity?
That nothing is created or destroyed?
It just is… forever and ever and ever’.

‘Eventually they will understand,’
Replied the glorious cat.
‘For I will whisper into their hearts
That I am always with them.
I just am… forever and ever and ever.’

Uit het prachtige boek van Pea Horsley, ‘The Animal Communicator’s Guide.’
‘Through Life, Loss and Love’.  Author Unknown.

 

I Stood Beside Your Bed Last Night

I stood by your bed last night, I came to have a peep.
I could see that you were crying, you found it hard to sleep.
I purred to you softly as you brushed away a tear,
‘It's me, I haven't left you, I'm well, I'm fine, I'm here.’

I was close to you at breakfast, I watched you pour the tea,
You were thinking of the many times, your hands reached down to me.
I was with you at the shops today, your arms were getting sore.
I longed to take your parcels, I wish I could do more.

I was with you at my grave today, you tend it with such care.
I want to reassure you, that I'm not lying there.
I walked with you towards the house, as you fumbled for your key.
I gently put my paw on you, I smiled and said ‘It's me.’

You looked so very tired, and sank into a chair.
I tried so hard to let you know, that I was standing there.
It's possible for me, to be so near you everyday.
To say to you with certainty, ‘I never went away.’

You sat there very quietly, then smiled, I think you knew...
in the stillness of that evening, I was very close to you.
The day is over... I smile and watch you yawning
and say ‘Goodnight, God bless, I'll see you in the morning.’

And when the time is right for you to cross the brief divide,
I'll rush across to greet you and we'll stand, side by side.
I have so many things to show you, there is so much for you to see.
Be patient, live your journey out... then come home to be with me.

Author Unknown
From A Cat’s Book of Prayers, Love, Faith and Remembrance. Edited by Tom Willams

 

 

 

 

I’m Still Here.

Friend, please don’t mourn for me,
I’m still here, though you don’t see.
I’m right by your side each night and day
And within your heart I long to stay.

My body is gone but I’m always near.
I’m everything you feel, see or hear.
My spirit is free, but I’ll never depart
As long as you keep me alive in your heart.

I’ll never wander out of your sight
I’m the brightest star on a summer night.
I’ll never be beyond your reach
I’m the warm moist sand when you are at the beach.

I’m the colourful leaves when fall comes around
And the pure white snow that blankets the ground.
I’m the beautiful flowers of which you’re so fond,
The clear cool water in a quiet pond.

I’m the first bright blossom you’ll see in the spring,
The first warm raindrop that April will bring.
I’m the first ray of light when the sun starts to shine,
And you’ll see that the face in the moon is mine.

When you start thinking there’s no one to love you,
You can talk to me through the Lord above you.
I will whisper my answer through the leaves on the trees,
And you’ll feel my presence in the soft summer breeze.

I’m the hot salty tears that flow when you weep
And the beautiful dreams that come while you sleep.
I’m the smile you see on a baby’s face.
Just look for me, friend, I’m everyplace!

Author Unknown.

 

Dit schreef onze zanger Clouseau toen zijn geliefde hond naar de Regenboogbrug was gegaan. Ik vind het ook zo mooi:
                                                       
Clouseau - Afscheid Van Een Vriend
Alles is voorgoed gedaan
Als jij er klaar voor bent
'k Heb aan je zijde gestaan
Mijn God, ik heb je graag gekend

Ik blijf nu hier jij gaat naar daar
En daar is niet zover van hier
We spreken af, ik weet niet waar
En daar ontmoeten we elkaar

Zonder jou tikt de klok even snel
Maar de tijden veranderen wel
Dus ik neem afscheid, jij moet nu gaan
Weet dat je in m'n hart altijd blijft voortbestaan

Slaap zacht, je hebt het verdiend
Je vocht tot aan je laatste zucht
En ga, ga nu m'n vriend
En droom voor eeuwig opgelucht

Net zoals vroeger kom je wel terecht
Ik weet je vindt een thuis heel gauw
En ik herhaal wat jij me ooit hebt gezegd
In m'n hart blijf ik je trouw

Zonder jou tikt de klok even snel
Maar de tijden veranderen wel
Dus ik neem afscheid, jij moet nu gaan
Weet dat je in m'n hart altijd blijft voortbestaan

En ik weet ik zou dankbaar moeten zijn
Maar precies daarom doet het zo'n pijn

Zonder jou tikt de klok even snel
Maar de tijden veranderen wel
Dus ik neem afscheid, jij moet nu gaan
Weet dat je in m'n hart altijd blijft voortbestaan

Zonder jou tikt de klok even snel
Maar de tijden veranderen wel
Dus ik neem afscheid, jij moet nu gaan
Weet dat je in m'n hart altijd blijft voortbestaan

Pudje.