In den beginne was er de kat…
Zes dagen had de Almachtige
gewerkt om de wereld te scheppen.
Op de late zaterdagavond van de schepping keek Hij tevreden op zijn werk neer en
legde zijn voeten op tafel. Hij verheugde zich op zijn rustdag, de eerste zondag
in de geschiedenis van de mens kon beginnen.
Plotseling hoorde hij bij de deur een vreemd geluid en stond op om te kijken wie daar was. Het was de kat. “Grote Heer”, sprak de kat en streek langs zijn benen. "Uw schepping is wonderbaarlijk mooi en ook ik ben tevreden. U gaf mij een prachtige vacht , die mij tegen de kou beschermd. U gaf mij mooie, zachte voetjes, waarmee ik onhoorbaar naderbij kan sluipen. Scherpe nagels en een soepel lichaam, die een goede jager en klimmer van mij maken. Toch kan ik niet verbergen dar er nog een kleinigheidje aan mij ontbreekt."
De oude Heer fronste het voorhoofd en dacht na over wat hij vergeten kon zijn. “Spreek!” sommeerde Hij zij bezoeker. “Wat ontbreekt er aan jou ?”
“Het is maar een kleinigheid
heer en niet als kritiek bedoeld…” sprak de kat, terwijl hij zenuwachtig met
een poot over zijn snorharen streek. “voor de dag ermee...”
sprak de Almachtige een beetje kwaad. Hij zag zijn zondagsrust in gevaar komen.
“Nou kijk”, sprak de kat terwijl hij zijn staart om zijn voorpootjes
sloeg. “ik ben niet weerbaar genoeg! ” Mijn nagels en tanden zijn uitstekende
wapens tegen muizen en andere kleine knaagdieren en met mijn springkracht kan ik
heel wat vogels angst aanjagen. Maar aan de mens ben ik machteloos
overgeleverd!".
Onrustig keek de Heer op de klok.
De kat gebruikte de pauze om verder te gaan.
“U heeft de leeuw en de tijger énorme scheurkiezen en angstaanjagende klauwen
gegeven. De slang kan zich met gif teweer stellen. Zelfs de egel kan met zijn
stekels de mens onder controle houden. Alleen ik, Heer, ik ben weerloos en
dáárom een beetje ongelukkig".
“Wat had je in gedachten?”…”Wil je vleugels als een vogel hebben of wil je, je als een worm in de aarde kunnen verstoppen?”.
“Ik weet het niet", zei de kat treurig. "Misschien zou een grote slagtand zoals van een olifant of een neushoorn goed zijn”. “Zoals je wilt”, sprak de oude Man en gaf de kat twee enorme slagtanden van het edelste ivoor. Direct verloor het dier zijn evenwicht, viel voorover, niet in staat zich te bewegen. “Ik geloof toch niet dat slagtanden de oplossing zijn”, klaagde de kat nóg ongelukkiger dan eerst. “Als ze maar niet zo groot waren, misschien zou een spitse snavel beter zijn”.
Weer vervulde de Heer zijn wens en verving zijn kleine neusje door een krachtige, dolkachtige snavel. “Ik geloof niet dat dit de oplossing is”, zei de kat opnieuw ontevreden, terwijl hij onhandig op de grond pikte. “Hoe moet ik nu mijn vacht verzorgen? “. “Misschien zou een zwaar pantser beter zijn?”. Wens op wens werd vervuld, maar wat de Almachtige ook deed, de kat werd treuriger en treuriger. Intussen was het één minuut voor middernacht geworden. De zevende dag waarop de schepping voltooid zou zijn kwam met rasse schreden dichterbij. De oude Heer was moe en wilde rusten.
Hij keek naar het arme katje en sprak: “Om de mens aan te kunnen heb je geen slagtanden nodig, geen snavel en ook geen pantser. Ik geef je een wapen dat veel doeltreffender is dan scheurkiezen of gif! De mensen zullen aan je voeten liggen: ik schenk je het spinnen!”
Op dat moment sloeg de klok twaalf uur, begeleid door een behaaglijk geluid dat uit de diepte van een overgelukkige kattenkeel kwam! Toen de Heer zag dat het goed was, nam hij het zachte, spinnende bundeltje op schoot en zei : “Zes dagen lang heb ik hard gewerkt en wil mijn eerste zondag met jou doorbrengen, terwijl Hij samen met het katje op de bank ging liggen voor een dutje.