Lente 2005
Lieve Mensen,
Ze zeggen dat het lente wordt, maar ze zeggen zo veel. De pluisjes en ik zijn er zo langzamerhand van overtuigd dat de lente dit jaar verstek zal laten gaan. Toch vertellen de zanglijsters een ander verhaal en vonden we in het nest van Kwekje en Donald, de eendjes, tien eieren. Kwekje was nog niet aan het broeden en het vroor toen veertien graden. Dat kan een ei niet verdragen. We hebben ze dus weggehaald in de hoop dat ze niet aan geboortebeperking zijn gaan doen en een nieuwe poging zullen wagen. We willen zo graag kleine kwekjes.
Het was weer een lange lange winter. Voor ons allemaal. De reetjes hadden zo’n honger, dat ze tot vlak bij het hek kwamen. Ik heb hooi neergelegd, maar tot nu toe hebben ze het nog niet gevonden. Ze zijn zo mooi. Natuurlijk hebben we ook weer druk bezochte vogelhuisjes. Het is abnormaal koud.
Maar de dagen zijn al goed gelengd en eens zal het weer verbeteren. Er mag dan geen zon zijn, ik heb wel zes zonnetjes in huis en ééntje in de tuin. Iedere morgen word ik gewekt door de lichtwekker en ons Chummeke. Hij heeft dan zijn knuffelkwartiertje. Hij kan zo vreselijk lief likjes even. Zijn snorretjes kriebelen dan over mijn gezicht. Als je zo wakker wordt, dan moet je dag wel goed beginnen! Die gouden oogjes van hem, die dan op 10 cm afstand in de mijne kijken… het is zo lief! En Daimke, die ‘s nachts onder de dekens komt liggen. Het raam staat altijd een beetje open en dan is het best koud. Heerlijk zo’n levend kruikje tegen je aan. Donsje ligt altijd in mijn knieholte. Ze draait gewoon mee om als ik omdraai. Catje speelt ‘s morgens en ‘s avonds voor clown. Mickje en Pudje slapen, tot mijn verdriet, in de zitkamer ‘s nachts, maar als we bij elkaar zijn, liggen ze altijd, om beurten, op mijn schoot. Mickje is zo zacht en we genieten dan zo van elkaar. Ze slaat haar armpjes om me heen en verbergt haar hoofdje in haar nek. Mijn hele lichaam trilt dan mee van het spinnen. Heerlijk! Pudje en ik overleggen alles en samen beantwoorden we de mails. Hij geeft me hele wijze raad.
In de herfst begon ons Donsje te niezen. Nu had ze dat wel vaker gehad, dat ze een korte periode niesde, maar nu kwam er snot mee. Dr. Liliane gaf verschillende antibioticakuren, maar zo gauw die gestopt waren begon het weer. Haar neusje zou gespoeld moeten worden en dr. Liliane en Gerda raadde dr. Jeannine in Nijlen aan. De katten en honden specialist. Ik zag er erg tegen op, maar we moesten wat doen. Arme Donsje, ze vindt autorijden zo griezelig. Ze doet dan een plasje van angst. Pampers zijn handig! Maar het is zo verdrietig haar zo bang te zien. Dokter Jeannine onderzocht haar en zij dat ze een erge verkoudheid had. Haar neusje zou een paar keer doorgespoeld moeten worden. De eerste keer, omdat ze niet wist hoe Donsje op de narcose zou reageren, moest ze daar een nachtje blijven. We schrokken wel, want Donsje en ik zonder elkaar… maar het was niet anders. Zo kon het niet blijven duren. We waren maar net op tijd gekomen, zei dr. Jeannine. Ze zou chronisch blijven niezen als er niets aan gedaan zou worden.
Verdrietig reed ik naar huis. Op het moment dat Donsje geholpen werd zette ik haar in een prachtig goudgeel licht en visualiseerde ik dat ze helemaal beter zou worden. Later vertelde Donsje dat ze dat wel degelijk gevoeld had.
Die avond was het triest thuis. De andere pluisjes deden zo hun best me op te vrolijken maar ik miste Donsje zo. Anders spelen we altijd ’s avonds en danst Donsje voor wat kipwit. Dat zijn zo van die zalige ritueeltjes, die je zo mist als ze er niet zijn.
Maar het werd ochtend en al vroeg mocht ik haar gaan halen. Het was heerlijk toen we elkaar weer zagen. “Ohhh, mama je bent er!!!! Whiieee heerlijk, ik wil naar huis! Neem me mee!!!’. De dokter vertelde dat er heel veel snot uit haar neusje was gekomen. Donsje moet een lange antibioticakuur hebben. Ze krijgt Marbocyl 5mg, waarvoor de bacteriën - het waren colis en speudomonas, gemene beestjes - nog niet immuun waren. (De dokter had dat laten testen). Ook krijgen alle pluisjes hele goede vitamine pillen. Pet-Phos Feline heten ze. Ze zijn er dol op. Haar neusje zou nog een paar keer gespoeld moeten worden. Maar dan zou ze ’s avonds wel weer naar huis mogen.
Toen we thuiskwamen en blij de zitkamer instapten – Donsje was gelukkig niet ziek en had razende honger – was de ontvangst niet optimaal. De anderen waren helemaal in de war. Donsje liep naar Pudje toe om hem alles te vertellen. Pudje wilde haar begroeten, maar rook ineens pure angst, verdriet, andere poezen en dokterluchtjes. Hij kreeg een dikke staart en begon te blazen. Ook de anderen waren ineens boos tegen ons Donsje. Ik pakte haar maar gauw op en ja, het was onvermijdelijk, ik moest haar wassen. Daarna, toen ze in de heerlijk warme badkamer lag te drogen, heb ik de anderen gefrontlined, zodat ze minder konden ruiken en ze daarna geborsteld. De feliway stekkers zaten natuurlijk al in de stopcontacten.
Toen Donsje terug in de zitkamer kwam, herkenden de anderen haar gelukkig weer. Want dat was het probleem geweest. Donsje rook niet meer naar Donsje. ‘Leuk hoor’ zei de nog vochtige Donsje tegen Pudje, ‘je wordt bedankt’! ‘Nu stink je tenminste niet meer zo vies’ antwoordde Pudje ad rem! ‘Donsje, als jij niet meer naar Donsje ruikt, wie ben je dan wel hè. Daarom deden we zo boos. Het was niet tegen jou maar tegen je luchtje!’ Donsje kroop maar gauw bij mij op schoot. Het was een mooi verhaaltje, maar het was niet eerlijk! ‘Mieeuwee!’
We zijn nog een paar keer terug geweest. Wat een nare verkoudheid was het! Nu, half maart, is het gelukkig helemaal beter. Donsje is weer jong opnieuw. Ze speelt en is veel gelukkiger.
Haar hele verhaal zal in een van de volgende Kattenmanieren komen. Wij zijn medewerkers van ‘het mooiste kattenblad van België en Nederland’. Ik kan iedereen aanraden er een abonnement op te nemen. Er staan echt prachtige en interessante verhalen in over katten. Veel kattenweetjes, informatie over en voor onze geliefde poezenkindjes en natuurlijk onze verhalen. Bij de linken staat het adres. Dit is ons Catje. Trots dat ze is!
Tommeke kwam een tijdje terug een voorstelling voor het zitkamerraam geven. Ik snap nu waarom hij geen kipwit meer wil eten. Zelfs vis of kaas lust hij niet meer. Mijnheertje dineert iedere dag met muis. Tom had een muisje gevangen en speelde daar, vlak voor het raam, demonstratief mee. Hoog in de lucht gooide hij het. De gekste sprongen maakte hij. Pudje en Mickje zaten voor het raam te kijken. Heel verontwaardigd waren ze, want dat zouden ze ook wel willen, muisjes vangen in het bos. ‘De uitslover!’ hoorde ik Pudje tegen Mickje fluisteren. Maar Mickje is nu een keer een beetje verliefd op Tommeke en ze vond het prachtig. ‘Wij vangen soms toch ook muisjes?’ zei ze voorzichtig. ‘Ja’, bromde Pudje, ‘maar dan doen we toch niet zo gek!’ ‘Nouuwee’ zei Mickje voorzichtig, ‘ik herinner me die keer…’ Maar Pudje draaide zich boos om en ging bij mij op schoot liggen. ‘Niets van aantrekken, hoor lieve Pudje, jij bent de oudste en de wijste!’ En dat is hij ook.
Wij hebben een leuke bezoeker of -ster. Witneusje, een schattig zwart kattenkindje met een wit neusje. Ze is vaak in de tuin. Ik kom haar tegen als ik met de pluisjes of hondjes wandel. Een paar dagen geleden zat ze op het bospad. Ik wandelde met Donsje op mijn schouder in de tuin. Witneusje wilde eerst gaan lopen, maar toen ik naar haar miauwde en zei dat ik haar een schatje vond, bleef ze zitten. Mijn enige angst is dat Tommeke, lief als hij is, het niet leuk vindt, maar dat hij zijn territorium niet zal durven verdedigen. Witneusje loopt ook wel eens bij ‘zijn’ huisje.
Gelukkig zag ik een paar dagen later hoe een woedende Tommeke, met een enorme dikke staart, Witneusje de tuin uitbracht. Ik geniet er wel van, als ik haar zie, maar het is Tommekes domein. Witneusje heeft trouwens een thuis. Het was een enig gezicht. Witneusje is lenig en snel. Tommeke heeft een dikke vacht en is volslank. Dus Witneusje galoppeerde vrolijk schuin voor Tom uit. ‘Hi, hi, pak me dan als je kuntJ’. Goed zo, Tom. Jij hoort hier! Witneusje mag hier komen maar alleen als jij het goed vindt!
Het verbaast me steeds weer dat intuitie toch zo sterk is. Na het wandelen kwam ik de kamer binnen om ontbijt te gaan maken. Voor ik de deur opendeed flitste door mijn hoofd: ‘Daimke is er niet!’ Onzin zei mijn domme verstand. Dat kan niet. Dus ik ging naar de badkamer. De anderen waren direct bij me, maar geen Daimke. Weer zei ik tegen mezelf dat ik niet zo gek moest doen. Maar ik vertrouwde het niet en kreeg een soort paniekgevoel. Gauw deed ik mijn jas aan en ging ik naar buiten. Het gaas zal toch niet weer gekrompen zijn? Dat was vorige jaar immers zo. Toen zat er, na een zware vorstperiode, een gat in het gaas van de ren. Nee, gelukkig was de ren intact. Geen gaten, maar ook geen Daimke. Zij heeft als enige een halsbandje met belletje om, zodat ik haar kan horen. Ook antwoordt ze altijd als ik roep. Maar het was en bleef griezelig stil. Weer deed ik de ronde in de kamer. Ineens voelde ik dat ze in de kast zat. Het kon niet, de deur was dicht toen ik ging wandelen, maar toch was ik zeker. Ik deed ik de deur open en ja hoor, op de dekens zat ze prinsesheerlijk te lachen. ‘Ha ha, gefopt hè mama. Ik hoorde je wel hoor, miiueeewww! Prrrr!’. De bandiet! Mijn vriendin Raymonde had even iets uit de kast gepakte gepakt en ze zat erin. Watervlug is ons Daim.
Spinnende Bengeltjes wordt vertaald in het Engels. Dat is echt een droom die waarheid wordt. Het is een heel werk, maar oh hoe spannend en leuk. Mijn lieve vriendin Anne Versteyne van ‘de kat z’n viool’, heeft al een paar tekeningen gemaakt voor Purring Angels, zoals het boek zal heten. Zo zo mooi. Nee, ik laat ze nog niet zienJ. Een stofzuiger met een dikke staart en een prachtige tekening van Jehoedi, de filosoof van de ‘kat z’n viool’. Kater Slaapmuts, de grote ‘schrijfvriend’ van Pudje, heeft een mooie dichtbundel gemaakt en het eerste exemplaar van de heruitgave is kortgeleden aan hem overhandigd. Ga maar eens kijken op hun site… www.dekatzijnviool.com
Kennen jullie VZW Het Dierenthuisje al? Sonja en Peter wonen met hun vele dierenkindjes in Brecht. Zij hebben een prachtig dierenopvangcentrum opgericht. Op de folder staat:
Een dier in nood
Is als een mens zonder hoop.
Je kunt ze de rug toekeren
En verder op je eigen problemen teren.
Maar je kunt ook voor ze open staan
En hen reden geven om verder te gaan.
Met deze zinnen is vzw Het Dierenthuisje geboren.
De doelen zijn in het kort: 1- Dieren opvangen die hulpbehoevend zijn
2- Mensen sensibiliseren rondom veel
voorkomende dierenproblematieken
3- Mensen de mogelijkheid bieden kennis
te maken met gezonde leefwijzen zoals
vegetarisme.
Mijn lieve vriend Paul, onze webmaster gaat ook hun site maken dus die zal even prachtig worden als de onzeJ. Hun site is: www.hetdierenthuisje.be
Dit was een lentegroet van ons allemaal. Nu nog echt lenteweer en we kunnen weer van de zon gaan genieten. Oh wat verlangen we er allemaal naar.
Heel veel lieve spinnende groetjes van ons allemaal. Pudje, Donsje, Mickje, Catje, Daimke, Chummeke, Tommeke, Marg en de hondjes