Cats Confidential, juli 2005

 

Lessen van katten

 

Mensen moeten de natuur leren appreciëren, net zoals katten dat doen.

 

We leven in een tijd waarin te weinig mensen buiten komen. Echt buiten. Om geen andere reden dan om het genot van buiten te zijn.

We zijn ofwel binnen naar T.V. of naar een computerscherm aan het staren, ofwel in een auto op weg naar het werk, ofwel  naar de winkel of we werken op een bureau of in een andere indoor-werkplaats. Velen van ons die willen sporten doen dat binnen, thuis of in een fitness-club.

En wanneer we wel buiten gaan, maaien we waarschijnlijk het gazon, knippen we de haag of planten een groente. Dit kan dikwijls leuk zijn maar het heeft niets te maken met het plezier van eenvoudig te wandelen, frisse lucht in te ademen, de schoonheid van de lucht te bewonderen, de omgeving en de groeiende dingen die God heeft gecreëerd te bekijken en eens te stoppen om aan de bloemen langs de weg te ruiken.

Als we maar de tijd namen om van de natuur te genieten zoals katten dat doen! Zelfs als je kat volledig binnenshuis leeft, is een wandeling met haar aan de lijn, het mooiste cadeau dat je haar kunt geven. En buitenkatten houden zoveel van de natuur dat het soms moeilijk is om hen binnen te krijgen, zelfs om te eten.

 

Buiten gaat een kat aan alles ruiken, naar elk geluid luisteren en alles observeren. Een kat zal een plekje in de zon vinden en er zich uitstrekken en zich erin koesteren. Ze zullen een boom vinden en erin klimmen of op zijn minst er hun nagels aan scherpen. Ze zitten een vallend blad achterna of jagen een vlinder na of doen wel honderd andere dingen, enkel om het plezier van ze te doen – buiten! Katten appreciëren de schoonheid van de natuur en de geluiden en de geuren in de natuur. Of ze nu op hun gemak een wandelingetje maken, of ze over een gazon rennen en in een boom klimmen, ze zijn in een speciaal soort hemel als ze buiten zijn.

 

Veel te vaak gaan wij, mensen, buiten omdat we moeten. Ofwel omdat we iets moeten doen dat we niet binnen kunnen doen ofwel om iets van de ene binnenplaats naar de andere te brengen. We zouden zoveel kunnen leren van katten!

  

 

 

Het leven is belangrijk.

  

Het was een stormachtige lentedag . Smokey en kleine Timothy zaten voor het venster van de Grey Rocks-kattenopvang naar de regendruppels te kijken, die  op de veranda en op de grote rododendronstruik neervielen. De rododendron stond in volle bloei, zoals de azalea’s aan het trottoir. En de grasvelden waren dik en groen, het resultaat van vele regenachtige lentedagen.

Timothy draaide zich om en keek naar de katten die zich tot een bolletje ineen gedraaid hadden binnen in huis.

“Nonkel Smokey, ik heb Victor en meneer Grijs al een ganse tijd niet gezien. Zijn ze ergens naartoe gegaan?”

Smokey likte zijn poot. “Ze zijn allebei bij de dierenarts, maatje. Victor had een probleem met zijn ademhaling en Meneer Grijs bezeerde een van zijn poten door te vechten met een zwerfkat. Je herinnert je toch dat hij enkele dagen geleden op drie poten hinkte?”

Timothy ging bezorgd rechtzitten. “Zal alles in orde komen met ze? Ik weet dat Victor laatst aan het niezen was.”

Smokey boog zich voorover. “Ik denk wel dat het goed komt, Tim, maar onze mensen waren heel bezorgd. Soms, als katten heel ziek zijn, vraagt de dierenarts aan hun baasjes of ze hen willen laten inslapen. Dat is een mooie manier om te vragen of ze hun dood willen.”

Timothy was geschokt. “Dood? Ik dacht dat dierenartsen dokters waren die dieren genezen. En waarom zouden mensen hun dieren dood willen?”

Smokey kneep zijn ogen half dicht. “Wel, ze zeggen iets over hun bezorgdheid  hun verder lijden te besparen. Hoe ze weten dat hun kat lijdt, gaat mijn verstand te boven. We klagen nooit over iets. Gelukkig geloven onze mensen niet in dat soort dingen. Ze vroegen de dierenarts gewoon te doen wat nodig was om Victor en meneer Grijs te redden, ongeacht wat het zou kosten. Dus denk ik dat we die twee gauw zullen terugzien. Het zijn taaie, oude katten.”

Timothy zat verzonken in gedachten. “Nonkel Smokey, ik weet dat we op een dag allemaal zullen sterven maar ik dacht dat God daarover beslist. Ik wist niet dat mensen hun kat ooit zouden dood willen in plaats van ze beter te laten maken. Ik begrijp er niets van.”

Smokey begon zich te wassen. “Ik ook niet, maatje. Ik ook niet. Maar ik denk dat, wanneer sommige mensen merken dat hun kat heel oud wordt en een ziekte heeft dat zijn lichaam verhindert om normaal te functioneren, dat ze denken dat het beter is voor hun kat om hem niet langer in leven te houden. Ik blijf het toch raar vinden. Wij, katten, hebben een manier om te weten wanneer het tijd is om te sterven. Ik heb veel katten gezien, die wisten dat hun tijd gekomen was en die dan ergens naar een rustig plekje gingen om daar te sterven. Naar mijn gevoel heeft de natuur het ook zo gewild.”

Timothy likte zijn poot. “Dat is hoe ik wil sterven, nonkel Smokey. Maar niet voordat mijn tijd gekomen is. En ik denk dat ik dat beter zal weten dan om het even welke dierenarts. Ik ben gelukkig dat onze mensen daar blijkbaar ook zo over denken. Het leven is heel belangrijk, of je nu jong of oud bent.”

Smokey staarde uit het raam. De regen was iets verminderd en er was een klein blauw plekje te zien in de lucht in het westen. Al vlug scheen er een zonnestraaltje neer op de rododendron. “Reken maar, Tim. Het leven, de liefde en vrijheid. Wanneer een kat deze drie dingen heeft, heeft hij of zij alles.”

 

Wil je een zomer zonder muggen? Probeer kattegras!

 

In de editie van januari 2004 van Cats Confidential, namen we nota van de lange geschiedenis van kattegras (nepeta cataria), dat in het oude Rome geteeld werd voor zijn geneeskrachtige eigenschappen en vandaag wordt dit op het platteland soms nog gebruikt als huis- en tuin-remedie.

We kaartten ook aan dat vroeger, voordat marihuana de drug werd van de hippy-generatie, kattegras door de mensen als drug gebruikt werd met ongeveer hetzelfde effect als dat van marihuana. (Niet vertellen aan de regering of ze zouden kattegras nog verbieden).

Met de zomer voor de deur willen we u nu graag vertellen dat kattegras een heel effectief middel is om muggen weg te houden. Interessant. Als een van onze lezers dit al geprobeerd heeft, laat ons weten of het werkt!

 

 

Lessen van katten

 

De liefde van moederpoes voor haar kittens duurt voort lang nadat ze zijn opgegroeid.

 

De meeste dieren verzorgen en waken over hun jongen tot ze in staat zijn om voor zichzelf te zorgen. Maar zie hier een vaak gestelde strikvraag:

Wat is het enige dier op aarde dat om zijn jongen nog geeft, lang nadat ze volwassen zijn?

Het antwoord is mensen.

Natuurlijk is dat waar maar het zou wel eens niet het enige antwoord kunnen zijn. In het Grey Rocks-kattentehuis is een moederkat die zeker wild was voor ze daar terecht kwam. In sommige opzichten is ze dat nog steeds. Ze had drie nesten voordat ze haar konden vangen en castreren.

Ze is een mooie langharige schildpadpoes met witte voetjes. Driekleurig, dus. Haar gezicht is zo kleurrijk dat het lijkt of ze pal op haar kop geraakt werd met een veelkleurige verfbal – een uiterlijk dat haar de bijnaam “Splat” bezorgde. In de vijf jaar dat ze in het kattentehuis is, is ze redelijk vriendelijk geworden. Maar ze wil zich niet laat aaien en wil ook niet geknuffeld worden.

Van 10 kittens die ze gebaard heeft, zijn er vier nog in leven en die wonen ook in het kattentehuis. Drie ervan zijn vier jaar oud – haar tweede nest – en eentje is 3 ½ jaar oud, de enige overlevende van haar derde nest. Ze zijn dus allen volwassen, zelfs van middelbare leeftijd.

Het wonderlijke is dat, terwijl deze toch allen volwassen katten zijn, hun moeder – “Mama Splat” – nog altijd van hen houdt, hen af en toe wast en in alle opzichten de beste maatjes is met alle vier. Ze weet dat ze haar kinderen zijn en ze weten dat zij hun moeder is.

Haar favoriet is haar zoon, Patrick. Een enorme, knappe, verlegen, zwart-wit langhaar kater, die veel groter is dan zijn moeder. Ze wandelen samen en ze is altijd gelukkig hem te zien na een van zijn veelvuldige uitstapjes.

Ze is ook zeer gesteld op haar dochter, Melanie, die dezelfde kleuren heeft als haar mama maar kortharig is. Ze liggen vaak gezellig samen.

Een van haar andere zonen heeft al verschillende van zijn negen levens opgebruikt. Hij is reeds tweemaal per ongeluk opgesloten geweest in de kelder van de buren – een keer zelfs voor langer dan 2 weken – en onlangs had hij een ernstige verwonding aan zijn staart, die infecteerde en geamputeerd moest worden. Daardoor lijkt hij nu op een Manx. Zijn moeder is duidelijk nog bezorgd om hem, zorgt voor hem en lijkt zich zorgen te maken over zijn gebrek aan een staart (wat hem absoluut niet deert) en ze lijkt opgelucht als hij terugkomt, nadat hij tot ’s avonds laat is buiten geweest.

In al de jaren dat we katten hadden, zagen we nooit een moederpoes waarbij de liefde en de moederlijke zorg voor haar jongen bleef duren, toen ze al lang volwassen waren. Er zijn veel hedendaagse mensenmoeders die zich een voorbeeld zouden kunnen nemen aan de liefde van Mama Splat voor haar kinderen.

Het is werkelijk hartverwarmend. We kunnen zoveel leren van katten.

 

 

Slachtoffers van terreurcampagne

 

Haat opgewekt door religie, angst voor zwarte katten blijft hangen als ongeluksbijgeloof

 

Het was meer dan 90 graden Fahrenheit warm. En zelfs als je geen thermometer had, kon je dat afleiden door de posities van de katten in het Grey Rocks-kattentehuis. Ze lagen volledig uitgestrekt op de koelste plekken die ze konden vinden.

Een van hen was Smokey, die op het punt stond in slaap te vallen, toen kleine Timothy zich naar hem toe haastte en hem wakker snuffelde. Smokey keek op en zag dat het kleine zwarte kitten ongerust was over iets.

“Nonkel Smokey, er is daarnet iets vreemds gebeurd. Niets slechts, denk ik. Juist vreemd.”

Smokey boog zijn hoofd en was nieuwsgierig. “Vertel het me, maatje.”

Timothy installeerde zich op een van de koele stenen. “Wel, deze morgen kwamen er enkele bezoekers langs. Ik stapte op hen af om hen te begroeten maar plots bekeken ze me en keerden zich om en gingen de andere kant op. Ik ben er zeker van dat ze niet bang van me waren. Maar ze keken bezorgd alsof overstuur.”

Smokey geeuwde. “Ze wilden je op hun weg niet tegenkomen, Tim. Daarom veranderden ze van richting. Dat is een van de rare dingen die sommige mensen doen.”

Timothy was in de war. “Wat bedoel je?”

Smokey kwam recht, ging zitten en begon zich te wassen. “Je bent een zwarte kat. Veel mensen denken dat een zwarte kat ongeluk brengt. Dat noemen mensen bijgeloof. Het gaat ver terug in de tijd.”

Timothy keek de oudere kat vragend aan. “Dat klinkt gek. Wat is er mis met zwart zijn? Ik kan het niet helpen dat ik zwart ben.”

Smokey likte zijn poot. “In de zomer is mijn vacht ook bijna zwart, maatje, en ik heb al hetzelfde als jij meegemaakt. Maar we hebben geluk dat we drie- of vierhonderd jaar geleden niet leefden. Ze hebben veel ergere dingen met ons gedaan dan ons te mijden. Toen dachten de mensen dat zwarte katten iets kwaads waren en ze deden vreselijke dingen met hen in de naam van het geloof.”

Timothy keek Smokey ongelovig aan. “Maar waarom, nonkel Smokey?”

Smokey rolde op zijn rug. “Wel, ik heb daar ook veel over nagedacht en ik heb een kat gevonden die zich verhalen herinnerde die van generatie op generatie overgeleverd waren, toen hij nog een kitten was. Er waren toen vele ondeugende mensen die in bovennatuurlijke dingen geloofden en dat aan vele andere mensen verkondigden. Over vrouwelijke wezens, die ze heksen noemden en die zwarte katten hadden en van wie ze dachten dat ze niets anders deden dan moeilijkheden veroorzaken. En wat deden die gekken? Wel, ze doodden hen en hun katten ook. Er waren vele gekke mensen toen. En er zijn er nog steeds. En vele zwarte katten en vrouwelijke mensen werden gefolterd en gedood. De katten omdat ze zwart waren.”

Timothy was geschokt. “Maar zwarte katten zijn niet slecht. Katten zijn katten, ongeacht hun kleur. We zijn zo door de natuur gemaakt.”

Smokey geeuwde. “Wel, veel mensen schenken geen aandacht aan de natuur. Ze luisteren enkel naar andere gekke mensen en doen wat hen gezegd word. Natuurlijk is er ondertussen veel veranderd, maar sommige mensen hebben nog steeds dezelfde gekke opvattingen over zwarte katten.”

Timothy keek omhoog naar de hemel. “Ik dacht dat wat mensen religie noemen, goed was en over goede dingen handelde, zoals God het wil.”

Smokey rekte zich terug uit op de stenen. “Dat is het ook. Maar soms krijgen slechte mensen de macht en niemand denkt nog aan God, de natuur of goede daden. Dat is de reden dat er oorlog bestaat onder de mensen. Ik heb begrepen dat mensen met een zwarte huid het bijna even slecht hadden als katten met een zwarte vacht. Soms zijn mensen niet zo slim.”

Timothy keek voor zich uit in gedachten verzonken en keek dan naar Smokey. “Nonkel Smokey, weet je wat? Het kan mij niet schelen welke kleur ik heb of welke kleur andere katten hebben. Maar ik ben zeker heel gelukkig met één ding. Ik ben gelukkig dat we katten zijn. Ik ben gelukkig dat wij aandacht hebben voor de natuur en dat we onze tijd niet verprutsen door elkaar het leven zuur te maken, zoals mensen doen.”

Smokey sloot de ogen en strekte zich volledig uit. “Ik ook, maatje. Amen.”

 

 

Silky wist het…

 

Een kat haar laatste liefdevolle vaarwel aan haar mens. Haar moeder laat een warme herinnering en dankbaarheid na.

 

Ieder van ons die van katten houdt, kan nooit twijfelen aan het feit dat onze kattenvrienden dingen weten die wij niet weten. Over het leven en over de dood. Hoe ze dat weten is een van de vele kattenmysteries die nog niet opgelost zijn en  waarschijnlijk ook nooit zullen opgelost worden. Maar voorbeelden van de verbluffende gaven waarover katten beschikken, zie je altijd opnieuw.

Iris Pinsky van Los Angeles schreef naar ons over haar kat, Silky, die ze adopteerde in 1971 en die stierf in 1987. Silky was een opmerkelijke kat. Hoe opmerkelijk ze wel was, wordt geïllustreerd door het volgende:

“Mijn moeder woonde in Los Angeles,” schreef mevrouw Pinsky. Ik in Van Nuys. Ze vroeg me op een zondag om haar op te halen om me te komen bezoeken, wat ik ook deed. Ze had nog nooit een dier gehad en hield ook niet van dieren. Als we terug naar huis keerden, zegde ze: “Kunnen we even stoppen aan jouw appartement?”

Mevrouw Pinsky was verrast, wetende hoe haar moeder over haar kat, Silky, dacht. Maar ze ging toch akkoord. Als ze daar aankwamen, zegde haar moeder dat ze wilde gaan liggen.

“Op het ogenblik dat ze zich op de sofa legde, sprong Silky op haar, spreidde zich over haar uit en wilde niet van mijn moeder weggaan. Verwonderlijk genoeg, had mijn moeder daar geen bezwaar tegen!”

De volgende dag belde mevrouw Pinky haar zus om haar te zeggen dat hun moeder een fatale hartaanval had gehad.

“Ik heb haar nooit meer levend teruggezien maar mijn Silky moet geweten hebben wat er ging gebeuren. Anders hadden ze elkaar gemeden als de pest… Ik kon dit aan niemand uitleggen,” schreef ze, “maar ik was en ben mijn huisdier uiterst dankbaar voor haar laatste, liefdevolle toewijding aan iemand van wie ik heel veel van hield, mijn moeder…”

Hoe wist Silky wat er ging gebeuren? Ze wist het gewoon. Katten weten dingen die wij niet weten. En omdat ze dat weten, zijn ze vaak in staat om ons een warme herinnering na te laten.