Met heel veel plezier stellen we hierbij ons nieuwe boekenkindje voor. Het is op dierendag geboren! Als dat geen goed voorteken is!
Toen Tommeke naar de Regenboogbrug was gegaan, was ik zó verdrietig. Ik miste hem ontzettend en wilde zo graag nog iets voor hem doen. Ineens wist ik het. Hij zou een eigen boek krijgen! Het was heerlijk het te schrijven. Jurre, Guuske en Balouke hielpen mee, zoals Tommeke en de andere katjes ook altijd deden bij mijn andere boeken. Ik weet en voel dat al mijn katjes die nu op de Regenboogbrug zijn, ook erg blij zijn met ‘Tommy, Mollie’s Wonderkatje’.
Mochten jullie meer willen weten over de verzorging van moederloze kittentjes… ‘Kittens aan de fles’, van Hector Berlioz is een supergoed boek.
Daar staat echt alles in wat belangrijk is om kittentjes goed en gezond groot te brengen.
Het is geschreven door mijn lieve vriendin Helga van Helga’s Poezenhuis Opvang. Site: http://www.helga-poezenhuis-opvang.be/
Tommy, Mollie’s Wonderkatje
Kleine Tommy heeft wel een héél speciale opdracht gekregen van Kattenengel Lovely. Zij is een van de belangrijkste engelen en regelt de toekomst van de katjes. Tommy moet terug naar de aarde gaan en samen met zijn moeder Mollie, een klein, verdrietig meisje dat erg ziek is, gaan redden. Alleen zij zullen dat kunnen. Beiden hebben ze een zeer speciale gave die geheim moet blijven.
Maddie wordt gepest door haar broer en de kinderen op school.
Haar moeder begrijpt niets van haar liefde voor dieren. Ze is zó eenzaam.
Oh, wat verlangt ze naar een lief poesje, maar dat mag niet. Ze zoekt troost in eten, krijgt anorexia en wordt steeds zwakker.
Op het moment dat Mollie, met al haar wijsheid en liefde, in haar leven komt, krijgt Maddie de kracht te vechten om beter te worden.
Maar zal dat genoeg zijn? Pas wanneer Tommy, Mollie’s wonderzoontje, geboren wordt komt de échte ommekeer.
Tommy, Maddie’s droomkatje, haar soulmate, oh, wat houdt ze van hem! Voor hém moet ze sterk zijn.
Al helemaal als hij doodziek wordt en alleen door weer te gaan eten beter zal kunnen worden.
Hij laat haar inzien wat ze zal verliezen als óók zij zélf niet gauw zal aansterken.
Dankzij Mollie en Tommy zal haar grote wens, om in de toekomst dierenarts te worden, mogelijk zijn.
Al mijn boeken zijn me dierbaar, maar dit boek in het bijzonder. Het is voor een deel autobiografisch, maar niet helemaal. Zo waren mijn beide ouders dol op dieren. Papa zei altijd tegen mama: ‘Ik wou dat ik je hondje was.’ Ook had ik al heel jong dierenkindjes om me heen die me beschermden, mijn speelkameraadjes waren en van wie ik zoveel leerde. Wat hield ik van ze! Alleen een katje kreeg ik pas toen ik veel ouder was. Wat was ik gelukkig! Eindelijk had ik mijn poezenkindje, waar ik zo naar verlangd had.
Ik heb zelf dertig jaar anorexia nervosa gehad. Die vreselijke ziekte die, als een sluipmoordenaar de macht over mijn leven overnam, zonder dat ik dat besefte. Net als Maddie werd ik ook erg gepest. Alleen dankzij mijn dierenkindjes kreeg ik de kracht de anorexia-duivel te overwinnen. Zij hebben me echt gered. Ze waren en zijn er altijd voor me. Voor hén wilde en moest ik weer sterk en gezond worden. Ze hadden met nodig. Voor hén ging ik weer eten. Vooral mijn katjes leerden me weer te mogen genieten, weer gelukkig te mogen zijn. En vooral ook weer goed te gaan eten. Zij waren echt mijn beschermengeltjes en zijn dat nog!
Met heel mijn hart hoop ik dat dit boek een steun en hulp mag zijn voor iedereen die te maken heeft met anorexia of gepest wordt.
Die twee gaan vaak samen en zijn echte sluipmoordenaars. Luister naar Mollie’s raad.
Ze is zo wijs! Mijn grote wens is ook dat mensen hun katjes nog beter zullen begrijpen en nog meer zullen waarderen, als ze lezen wat een prachtige wezentjes het zijn.
Hoeveel liefde ze in zich hebben.
Een gedeelte van de opbrengst van de boeken gaat naar de zwerfpoesjes.
Het boek kost € 17.99 inclusief porto. |
|
Inhoud |
|
Hoofdstuk |
Pagina: |
|
|
|
|
|
Voorwoord |
1 |
|
Gedicht |
3 |
|
|
|
01 |
Over de Regenboogbrug |
5 |
02 |
De Country Fair en Maddie |
11 |
03 |
Mollie, een Zeer Bijzondere Poes |
17 |
04 |
Over Pesten en Anorexia |
27 |
05 |
Tommeke’s Speciale Opdracht |
35 |
06 |
Mollie en Charlie |
37 |
07 |
Verdriet en Vreugde |
43 |
08 |
Over Dikke Buikjes |
50 |
09 |
De Geboorte |
57 |
10 |
Trotse Mama’s |
64 |
11 |
Een Paradijsje |
69 |
12 |
Kittentjes naar School |
74 |
13 |
Een Lief Hondenmeisje |
79 |
14 |
Wijze Lessen en Spannende Avontuurtjes |
88 |
15 |
Zwemlessen en Poekie |
95 |
16 |
Pammeke Aangevallen |
104 |
17 |
Tommy’s Redding |
112 |
18 |
Dappere Tommy |
121 |
19 |
Mollie’s Purrfecte Plan |
127 |
20 |
De Voorbereidingen |
136 |
21 |
De Verhuizing |
142 |
22 |
Sietske Thuis |
150 |
23 |
De Poesmobiel |
157 |
24 |
Het Grote Geheim |
162 |
25 |
One Happy Family |
170 |
26 |
Vanaf de Regenboogbrug |
177 |
Blz 20
Mollie had al veel meegemaakt in haar korte leventje. Een jaar daarvoor was ze over de poort van Welgelegen gegooid. Ze was nog maar net drie weekjes oud! Ze zat opgesloten in een doos met nauwelijks luchtgaatjes. Het was een ijskoude nacht, het stormde en regende. Ze had zelfs geen dekentje gekregen om zich een beetje warm te houden. Ze riep wanhopig op haar moeder. ‘Wieee, wiieeee, mama waar ben je? Waarom kom je niet? Ik heb het zo koud en heb zo’n honger!’ De traantjes liepen over haar wangen. Ze begreep het niet. Mama was er altijd voor haar, ze zou haar nooit in de steek laten. ’s Morgens vroeg, toen Hannes ging melken, vlogen zijn twee Border Collies, Max en Tilly, luid blaffend naar de poort. ‘Baas, kom kijken. Er ligt hier iets vreemds! Kom gauw!’ Dat was Mollie’s redding. Veel langer had ze niet in de kou moeten blijven, ze was helemaal onderkoeld. Ze keek Hannes zo verdrietig, zo wanhopig aan dat hij tranen in zijn ogen kreeg. Wat was ze nog klein!
Gauw bracht hij haar naar de keuken en legde haar in een mandje bij de kachel. Mieke belde Peter, hun dierenarts en vriend, die ook altijd vroeg op was. Hij kwam meteen. Wat schrok hij toen hij het babypoesje zag! Hij gaf haar direct een lauw infuusje, ze was uitgedroogd. Ook kreeg ze een paar spuitjes. Hij had kittenmelk meegebracht en zei tegen Mieke dat ze het kittentje om de paar uur het flesje moest geven. ‘Het belangrijkste is dat ze warmte en voeding krijgt’, zei hij. ‘Begin met haar een heel klein beetje melk te geven. Ze heeft lang niet gedronken. Knuffel haar zoveel mogelijk, ze moet veel liefde krijgen. Misschien moet je haar ook nog stimuleren. Ze is te klein om al zonder moeder te kunnen. Eten is van levensbelang.’ Het kleintje dronk gelukkig wel. Ze was een vechtertje! Toch duurde het ruim een week voordat ze durfden hopen dat ze erdoor zou komen. Het was echt kantje boordje geweest. Mieke en Hannes waren dol op haar. Ook Max en Tilly werden haar grote vrienden. Ze zou nooit vergeten dat zij haar gered hadden. Zo gauw ze rond mocht lopen, volgde ze hen. Vaak lag ze ’s avonds gezellig tegen hen aan te slapen. Ze zouden altijd maatjes blijven.
Blz 22
Na het rijden ging Maddie altijd direct naar Mollie. Aan haar kon ze alles zeggen. Ze vertelde over de moeilijkheden op school. Hoe ze geplaagd werd, omdat ze ‘anders’ was. Omdat ze soms wist dat er bepaalde dingen zouden gebeuren en ook vaak gedachten kon lezen. Dat ze, net als overgrootmoeder Mijntje, een speciale band met dieren had. Daar sprak ze anders nooit over. De mensen zouden haar toch niet geloven. Het deed haar zo goed dat alles nu te kunnen delen met Mollie. Die luisterde aandachtig en begreep maar al te goed hoe moeilijk het voor haar was. ‘Weet je, lieve Maddie’, zei ze, ‘die meisjes zijn gewoon dom. Probeer je er niet te veel van aan te trekken. Jij hébt bijzondere gaven. Je zult daar later zoveel dieren mee helpen. Wees er dankbaar voor en trots op! Veel katjes begrijpen wel wat hun mensen tegen hen zeggen, wat ze bedoelen. Dieren praten door gedachteoverbrenging, via telepathie. Ze denken en praten in beelden. Het probleem is dat er niet veel mensen zijn, die in beelden denken. Laat staan dat ze die kunnen opvangen. Jij kan dat! Je bent niet voor niets de achterkleindochter van Mijntje, de dierenfluisteraar. Maar wat nog specialer en mooier is, is dat wij samen écht kunnen praten. Dat komt omdat we beiden deze hele bijzondere gave hebben, die dat mogelijk maakt. Een erfenis van onze grootouders.’
Blz 113
In gedachten Tommy langs een diepe sloot met heel steile kanten Door de wind waren er golven op het water. Hij bekeek ze aandachtig. ‘Net of ze tikkertje spelen’, dacht hij bij zichzelf.
Plotseling kreeg hij een enorme duw. Hij vloog letterlijk over de rand tot in het midden van de sloot. Hij ging kopje onder en kreeg een grote slok water binnen. Hij was in paniek. Ineens hoorde hij een stem: ‘Tommy, Tommy, luister. Alles komt goed. Denk aan wat je mama zei: Loop! Loop gewoon door het water. Doe het, nu!’ Tommy probeerde het. Zijn hoofdje floepte boven water. Wanhopig hapte hij naar lucht. Hij had ook water in zijn longen gekregen en hoestte om het eruit te krijgen. ‘Lopen Tommy, toe, je kunt het! Leg je kin op het water, dan zul je blijven drijven.’ Hij merkte dat hij inderdaad niet meer zonk als hij dat deed. ‘Zie je die struik? Zwem daarheen! Daar is de kant, je bent er vlakbij. Hou vol!’ zei een andere stem. ‘Wij zijn je beschermengelen en wij blijven bij je!’
Tommy had veel last van de golven. Zijn oogjes zaten vol water en hij zag alles wazig. Gelukkig had hij wel wat meer lucht. Ineens botste hij tegen de kant op. Hij probeerde zich vast te grijpen, maar de aarde brokkelde af. ‘Zet je achterpoot in dat hol’, zei de stem, ‘dan heb je steun en pak die overhangende tak. Trek je daaraan op!’ Tommy kon er net bij. De tak boog door en werd wat dikker, zodat hij meer grip kreeg. Zo kon hij heel langzaam omhoog klimmen. Met zijn achterpootjes vond hij andere holletjes. Maar hij werd zo, zo moe... ‘Nog even Tommy, denk aan Maddie en je mama. Je bent bijna bij de rand, je doet het zo goed! Je bent sterk.’ Zijn hoofdje kwam boven de rand uit, hij zag gras. Hij klom nog iets hoger langs de tak en vond een nieuw, stevig holletje voor zijn achterpootjes. Hij zette zich af en slingerde zich op de kant. Hijgend en rillend rolde hij zich een eind van de kant weg en bleef uitgeput liggen. ‘Je bent er, lieve Tommy, rust even uit en verstop je dan zo goed mogelijk onder die struik. Je bent niet zomaar in de sloot gevallen, je bent er in geduwd. Er is nog gevaar! Maar wij waken over je. Als je aan ons denkt, zijn we bij je. Wij zijn Mickje en Donsje. Je bent zó dapper geweest! Je moeder komt je heel gauw halen.’ Tommy kroop langzaam naar de struik, dezelfde die hem gered had. Daaronder vond hij een oud, ingevallen konijnenhol. Daar lag hij goed verborgen en een beetje uit de wind. Wat had hij het koud! Hij krulde zich op tot een klein bolletje. Alles werd zwart…